Gefluister

Mijn stoere wandelschoenen staren me al weken uitdagend aan iedere keer als ik de kastdeur open doe. Soms doen ze er nog een schepje bovenop door zich te laten vallen en precies op hoogte van het schuifmechanisme heel stil te gaan liggen. Op deze manier blokkeren ze de kastdeur en kan ik ze dus echt niet meer negeren.

Ik hoor ze fluisteren, zelfs nu ik in mijn bed lig. “Weet je nog? Vroeger? Toen we altijd de moeilijkste weg kozen vol uitdagingen? Van rots naar rots de berg op. Van rots naar rots dwars door stromend water. Was toch leuk? Kom, niet zo flauw, trek ons aan en dan gaan we er weer op uit!”

Ik fluister terug. “Weten jullie nog de laatste keren dat we dat hebben geprobeerd en ik dacht dat ik met wíllen er wel zou komen? Dat na tien minuten mijn knie uit de kom schoot, maar het onmogelijk was om via dezelfde steile weg weer omhoog te klimmen en ik nog uren heb moeten afzien?” Op de heerlijke lunch aan het riviertje na, die herinnering koester ik. Ik wilde er nooit meer weg (maar dat had waarschijnlijk ook met die knie te maken :))

Daar stond ik dan te lachen als een boer met kiespijn. Ik wilde het toch maar even vastgelegd hebben, dat ik tot onderaan de steile heuvel was geraakt met een knie die halfweg zwaar uit de bocht was gevlogen.

“Of die keer dat we nog niet eens op de plek zelf waren beland, pas net de parkeerplaats af waren gestapt, ik mijn nood voorraad tape en elastische band tevoorschijn moest halen en ik al helemaal kapot was nog ver voordat we bij de mooie rode rotsen waren beland, waar het allemaal om te doen was? Helaas hebben we daardoor het mooiste deel van de route toch moeten overslaan?”

Het bravoure van die stoere schoenen van mij wordt al minder, maar ik hoor nog wat tegen gepruttel.

“Herinner jullie je nog de laatste keer dat ik op eigen benen bij het begin van het strand stond en niks liever wilde dan heel hard naar de waterkant rennen? Ik had mijn vrienden de smart crutches bij me om me overeind te houden, maar wat was het zwaar. Toen ik eindelijk de waterkant bereikte, kon ik eigenlijk niets anders meer dan omdraaien en teruggaan. Het was het niet waard zo kort als ik bij mijn geliefde waterkant kon spenderen. Daarna moesten jullie me ook nog terug over dat losse zand weer bij het begin afzetten. Weten jullie nog dat ik tranen in mijn ogen had van de pijn, uitputting en ontgoocheling?”

Nu hoor ik alleen nog maar een diepe zucht van de ondertussen klem zittende schoenen. Ik laat me tenslotte niet zo maar kisten en doe ondertussen verwoede pogingen om de kastdeur dicht te krijgen zonder te moeten bukken. Helaas, de schoenen winnen altijd dus of ik buk om hen met veel geweld de kast terug in te duwen of ik geef het op en loop weg. De kermende schoenen tussen een deels gesloten kastdeur negerend. Net goed, moeten ze maar niet zo gemeen zijn.

Is het nu echt zo moeilijk om in te zien dat ik vele malen liever mijn wandelschoenen aan zou doen en fier en met een straffe stap, het avontuur tegemoet zou gaan in plaats van de ene dag na de andere, jaar in en jaar uit, mijn-niet-bestaande-energie moet stoppen in het overtuigen van anderen dat ik hulp op gezondheidsgebied of financiële hulp daarbij nodig heb?

Snapt men nu echt niet, dat ik o zo graag die prachtige baai daar in Zuid-Frankrijk had willen bereiken in plaats van mijn eerste, hevige astma aanval te moeten ondergaan (zonder dat ik op dat moment wist wat het was) en het leek alsof ik door een dichtgeknepen rietje mijn lucht binnen moest krijgen. Dat ik meer wilde dan van bovenaf het magische blauwe water bekijken en een helse terugtocht als toetje. Ik had er letterlijk alles voor over gehad, maar toch was het niet genoeg.

Keep on dreaming

Ik zou al lang ieder hoekje van België in het echt hebben ontdekt én bewonderd in plaats van verheerlijkt te kijken naar mooie beelden en me afvragend of het zin heeft dat hele eind te rijden om er daar dan misschien achter te komen dat het landschap zelfs voor mijn stoere Otto niet toegankelijk is?

Baraque de Fraiture
Met een uit de bocht gevlogen grote teen loopt de andere helft van de route toch een stuk minder fijn. Maar dankzij het feit dat ik even rust moest nemen, zagen we wel een vos.
Hij ons ook trouwens.

Dansen in het maanlicht

Ik wil dansen in het maanlicht op het strand. Eindeloos zwemmen in de zee. Bergen beklimmen en heel hard “The sound of music zingen” op de alpen weides vol met bloemen. Ik wil eindeloos wandelen zonder tegen gehouden te worden door poortjes of bruggetjes die mijn 200 kilo wegende vierwielige vriend weigeren door te laten. Ik heb altijd al een hekel gehad om eenzelfde stuk twee keer te moeten afleggen. Als je op deze manier gedwongen wordt, dan voelt het zelfs als een vernedering, geloof me maar.

Ik wil nog een keer letterlijk en figuurlijk in het diepe duiken en aan canyons induiken. Ik wil weer tochten van honderd kilometer per dag fietsen, al is Manlief waarschijnlijk met dat laatste wat minder blij. Vijftig vind ik ook goed.

Ik wil mezelf niet zien dichtgroeien ondanks dat ik zo bezig ben met een gezonde manier van eten, enkel en alleen omdat ik te weinig nog kan bewegen en de meeste tijd moet zitten of liggen. Zelfs als ik voortbeweeg. Ik wil mezelf uitdagen en gezonde spierpijn krijgen, wetende wat ik daarvoor heb gedaan en heb terug gekregen. Trots op mezelf zijn. Ik wil leuke kleren aan en sprankelen omdat ik lekker in mijn vel zit, niet iets aantrekken omdat dat het minste druk uitoefent, me warm of juist koel houdt.

Waarom begrijpen mijn schoenen niet, dat het niet mijn keuze is dat ze al zo lang ongebruikt in de kast staan? Waarom moet ik het ze iedere keer weer opnieuw uitleggen?

Als mijn schoenen het nou eens zouden snappen, konden ze het misschien ook eens uitleggen aan artsen, verzekeringen en instanties.

Zij die denken dat ik hierom heb gevraagd of dat ik fake om aandacht. Of de instanties die standaard vinden dat niet zíj, maar de ander maar met de centen moeten gaan komen. Mensen en systemen die denken dat ik me mijn energie kan permitteren om telkens weer discussies aan te gaan, torenhoog papierwerk aan kan leveren om mezelf te bewijzen of om te verdwalen in systemen die zo ingewikkeld zijn gemaakt dat je er alleen maar in kúnt verdwalen.

Misschien zouden die stoere stappers van me ze zelfs uitgelegd kunnen krijgen, dat het je een beter arts en dus een beter mens maakt, als je in staat bent om te zeggen: “Ik weet dit niet, ik kan je niet helpen, maar ik sta achter je als je naar mijn collega in het buitenland gaat, want die weet het namelijk wel. Ik heb het beste met je voor”. Dan zouden verzekeringen vanzelf wel volgen.

Ik wil eindeloos wandelen, samen met mijn stoere – nauwelijks gebruikte – wandelschoenen.

In plaats daarvan kom ik meestal niet verder dan van het kastje naar het muurtje. En weer dezelfde weg terug…

Nieuwe berichten in je inbox

[jetpack_subscription_form subscribe_placeholder=”Voer je e-mailadres in” show_subscribers_total=”false” button_on_newline=”false” submit_button_text=”Registreren” custom_background_button_color=”#010101″ custom_font_size=”undefinedpx” custom_border_radius=”0″ custom_border_weight=”1″ custom_padding=”15″ custom_spacing=”10″ submit_button_classes=”has-undefinedpx-font-size” email_field_classes=”has-undefinedpx-font-size” show_only_email_and_button=”true”]

5 reacties

Reacties zijn gesloten.