Follow your dreams, they know the way…

Volg je dromen, ze weten de weg… Lange tijd sierde deze uitspraak mijn Facebookpagina. Best een grootse uitspraak voor iemand die vanaf haar negentiende te maken heeft gehad met steeds meer beperkingen en uitdagingen.  In mijn hart klopt die uitspraak 100%. In de praktijk bleef het bij dromen totdat zelfs die vervaagden tot vage schimmen. Ver weg gestopt, nauwelijks nog sluimerend omdat ze onbereikbaar zijn.

Zowel  fysiek als financieel is er niet veel haalbaar. Dat laatste geldt natuurlijk voor veel mensen, maar de duizenden en duizenden guldens en later euro’s die uitgegeven moeten worden vanwege mijn recalcitrante lijf, maken dromen er niet gemakkelijker op.

Op wat kleiner vlak deed ik soms een poging. De fotoacademie bijvoorbeeld. Tot twee keer toe zelfs, maar voor spek en bonen mee doen, is niks voor mij en helaas zat er niet meer in. Toch ben ik blij dat ik een poging heb gewaagd, want ik heb er in die korte tijd écht leren fotograferen.

Een vakantie hier en daar, waarbij ik tot een aantal jaren geleden, soms nog te grote uitdagingen aanging, omdat ik nou eenmaal een nieuwsgierig buitenmens ben. Achteraf gezien kon ik mezelf dan weer voor de kop slaan als de pijnlijke gevolgen de kop op staken, maar ik was tegelijkertijd wel trots op mezelf dat ik had bereikt wat ik wilde bereiken.  Al eindigde de laatste grote uitdaging van op een afstand, neerkijkend op die prachtige lagune die zo lonkte. Dat avontuur heeft een licht bittere nasmaak achter gelaten. Daarna was het helaas gedaan met uitdagingen, al kun je best stellen dat we Otto, mijn vierwielige vriend, ook regelmatig uitdagen. Die had vast niet gedacht, dat hij vast zou komen te zitten in natte kleigrond en een half jaar later nog regelmatig grote brokken opgedroogde klei hier en daar zou laten vallen. Of dat hij zou balanceren op heuveltjes waar hij nog nét niet afkukelt. Het aller leukste is natuurlijkste door dikke vette modderplassen crossen.

Otto is die eigen opleg van duizenden euro’s meer dan waard, weet ik nog meer sinds deze week. Otto moest voor een onderhoudsbeurt weg en ik kreeg een huis-tuin-en-keuken vervanger waarvan gezegd werd dat mensen er mee in de bossen reden. Tja, je hebt in de bossen rijden en je hebt op avontuur gaan bljkbaar. Wij doen het laatste en proberen de geijkte paden zover mogelijk links te laten liggen.

Toen werd duidelijk dat ik een crowdfunding nodig had om aan een enorm bedrag te kunnen komen voor een operatie waarvan je niet echt  kunt zeggen dat het een droom is. Een noodzakelijk iets, dat wel. Alweer… Ik wist dat ik heel veel dingen tegen had. Mijn leeftijd, het hele kleine netwerk rondom ons, het feit dat ik het voor mezelf moest vragen in plaats van anderen voor mij en natuurlijk het feit dat er daardoor geen grootse dingen georganiseerd konden worden. Dat het niet gemakkelijk zou worden, was bij voorbaat wel duidelijk, maar dat het zo ongelofelijk moeizaam zou gaan, heb ik me (gelukkig) van te voren niet gerealiseerd. Ik zou er anders niet de moed voor hebben gehad om er aan te beginnen.

Het enorme bedrag is er niet gekomen, bij lange na niet. Niet alleen dat doet een mens veel, het feit dat je zo genegeerd kunt worden – zelfs door de mensen en bedrijven die je wel kennen – en weggezet worden als onbelangrijk, kruipt onder je huid en laat je niet meer los. De nachten die ik wakker lig vanwege de pijn of adrenaline die me overdag op de been heeft weten te houden, zijn de  ultieme momenten om me in stilte te schamen voor de fiasco. Ik weet dat ik alles heb gedaan wat binnen mijn mogelijkheden lag. En meer, waardoor ik op de dag van vandaag nog hard afgerekend wordt.

Ik moest al een enorme drempel over om aandacht te vragen voor mijn situatie. Voor iemand die niet graag in het middelpunt van de belangstelling staat, is het echt heel heftig om jezelf en je verhaal in de media te gooien. Het enige wat ik nog kon proberen, was mezelf verlagen tot smeekbedes. Daar hield het voor mij op. Ik heb dan misschien niet zo veel, maar nog wel mijn trots en dat laat ik niet ook nog eens afnemen.

Of de operatie er ooit nog kan komen en ik zo een deel van mijn toekomst nog enigszins in de hand kan houden, is de grote vraag. Ik heb dus maar weer mijn pantser aangetrokken en hou mezelf enigszins voor dat het zonder operatie ook vast wel goed komt. Het feit dat er op de achtergrond hard gewerkt wordt, helpt een beetje. Onder andere een lang uit het oog verloren neef Rudy, wist op te duiken na ruim 30 jaar, exact op het moment dat ik iemand als hij heel hard nodig had. Hij knokt zich achterover en schudt de gezondheidszorg en de verzekeringen goed door elkaar en zet zich zo ook meteen in voor de toekomst van mijn lotgenootjes. Samen met Rudy heb ik nog een paar andere mooie mensen aan dit rot jaar overgehouden. Die heb ik er toch maar mooi aan overgehouden.

Ook al had ik mijn pantser weer aangetrokken, er blijft een soort van wantrouwen en schaamte over me heen hangen. Ik heb de neiging om me te verstoppen als ik over straat moet gaan.  Ik voelde me niks meer waard en was mezelf kwijt. Daarbovenop was er natuurlijk nog het feit dat corona nog steeds ons leven ernstig beperkt – dat van ons wel – en ook dat begint zijn tol te eisen. De walgelijke, onmenselijke verhalen en beelden vanuit Oekraïne maakte het er alleen maar slechter op. Ik zat in een neerwaartse spiraal en dat is helemaal niets voor mij. Ik vond de wereld niet meer leuk, maar ik vond mezelf ook niet meer leuk.

Dus moest er iets gebeuren. Ik wilde niet meer afwachten totdat het misschien ooit beter was op allerlei vlakken. Ik wilde vooral niet meer afhankelijk zijn van alles en iedereen en de regie weer in eigen handen nemen. Ik wil eruit halen wat er nog in zit – binnen mijn mogelijkheden en misschien soms er toch weer iets buiten. Ik wilde de mooie en leuke dingen in de wereld weer gaan zoeken. Die zijn er wel, dat weet ik maar ze zijn te veel uit zicht en overschaduwd geweest. Alles ging naar de crowdfunding: hoe leuk is dat! Ik moest weer op avontuur, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk.

Eén ding waar ik altijd zo blij van werd, had ik al jaren geleden opgegeven: kamperen. Ik weet het: er zijn mensen (ik noem geen namen hoor Ton), die nu spontaan verkrampen of proestend hun koffie uitspugen, maar echt: wil je mij gelukkig zien, laat me dan maar heerlijk relaxed in de buitenlucht leven. Ik moest het opgeven, omdat het niet meer mogelijk was om het comfortniveau dat ik nodig heb, te halen. Ik bedoel dan puur in de zin van liggen en zitten, want luxe hoort in mijn beleving dan weer helemaal niet bij kamperen. Rust, ruimte en natuur is alles wat ik verder nodig heb, maar ook van huuraccommodaties (net als overigens vakantiehuizen of hotels), kom ik compleet gebroken terug. Niet erg, maar daardoor dacht ik dat kamperen écht in het verleden lag. Tot het moment dat ik in mijn diepste dip zat en het leven weer leuk moest gaan vinden.

Een tripje naar een grote kampeerwinkel (voor iets heel anders dan een kampeerartikel) liet mijn bloed weer als een razende stromen. Van het begin tot het einde had ik een grote grijns op mijn gezicht en kippenvel rilde over mijn hele lijf bij het binnen gaan van de moderne vouwwagens. Ik wist dat ze er waren: vouwwagens met echt goede bedden en die vele malen gemakkelijker opgezet konden worden in vergelijking met het gedoe (en geruzie) van vroeger, maar bij het binnengaan van die winkel dacht ik nog steeds dat het bij een ride down memory lane zou blijven. Ik had mezelf beter moeten kennen… Manlief had al wel een vermoeden en werd zelf ook steeds enthousiaster toen hij zag wat er mogelijk was en hij het idee van opstaan-met-een-gebroken-rug-vanuit-een-ietsiepietserig-tentje kon laten vallen.

Ik maakte meteen bij thuiskomst het welbekende voor en tegen lijstje. De eerste kolom werd ruim de langste;  tégen konden we maar weinig vinden. Het benodigde comfort kon ik op deze manier zelf in de hand houden: het zou wat zoekwerk kosten, maar dat zou moeten lukken met alle modernisatie ten opzichte van de laatste keer dat ik kampeerde. De grootste tegen was natuurlijk geld. Bij lange na niet het bedrag dat nodig is voor een operatie, maar toch, veel geld. We hebben wel wat achter de hand, maar het moest wel verantwoord blijven.

Het spreekt voor zich dat het geld van de crowdfunding veilig op de aparte rekening blijft staan. Je weet nooit of er toch nog een mogelijkheid voor doet en anders gaan er zich echt wel weer andere kosten opwerpen wat betreft mijn gezondheid, al voel ik me echt rot tegenover de mensen die wél hebben gedoneerd. Ik zou ze stuk voor stuk sorry willen zeggen. Ik kan alleen maar hopen dat ze me genoeg vertrouwen om te weten dat ik geen misbruik zal maken van de donaties. Ik hoop ook dat iedereen begrip gaat hebben voor het feit dat het moeilijk tot vaak onmogelijk is om het gedoneerde geld terug te bezorgen. Wat we vooral niet wilden, dat dit wederom een reden zou zijn, om ons leven nog langer on hold te zetten.

Dus deden we iets wat we nog niet eerder hebben gedaan: we keken iemand lief aan voor een lening. We zijn (schoon)mama nog jáááááren aan het terugbetalen, maar dat is niet erg. De lol die ik de afgelopen weken heb gehad aan het verzamelen van de kampeeruitrusting en het vooruitzicht van charmante, rustige, kleine campings midden in de natuur, leidde me af van de laatste, mislukte, probeersels om de crowdfunding nog een booster te geven. Vandaag zette ik na 3,5 maand compleet genegeerd te worden een dikke streep onder de laatste pogingen. De stekker gaat uit Lucky Charms en mijn focus en energie gaat naar iets leuks.

Ik zal je de details besparen, want als ik eenmaal begin op te noemen, hou ik niet meer op, maar ik maakte er de afgelopen weken een sport van om dingen te vinden waardoor ik het comfort kan creëren dat nodig is voor mijn recalcitrante lijf. Manlief profiteert overigens meteen mee. Ik ben de beroerdste niet natuurlijk. Ik las over de minder valide faciliteiten op campings die ik altijd miste in vakantiehuizen en hotels waardoor één nachtje me al opbrak.

Ik kon deze week zelfs onze wens weer nieuw leven inblazen, toen ik erachter kwam dat het berggebied in Oostenrijk en Italië meer dan toegankelijk is voor een rolstoel: helemaal als je een Otto hebt. Ik had al vaker gezocht in die gebieden, maar het deed me al overal zeer als ik de foto’s van de accommodaties bekeek. Wat is dat toch met die Oostenrijkers: een tv in de keuken, harde houten bankjes om “comfortabel” de avond door te komen, een geruit kleedje en kabouterbedjes … Ik ben geen luxe beest, maar je kunt overdrijven, toch? Het lijkt er nu in ieder geval op, dat ik de droom kan volgen tot op de bloeiende alpenweide om daar mijn beste uitvoering van The Sound of Music te gaan geven. De berggeiten zijn gewaarschuwd.

De altijd sluimerende, maar onbetaalbare, droom van een aangepaste camper zou altijd een droom zijn gebleven. Zeker nu we vorige week de hoogste prijs ooit in de loterij binnen hebben gesleept (lees: 34,50 euro). De komende dertig jaar hoeven we daar dus niets meer van te verwachten.

We hebben de droom omgezet in een vouwwagen die straks dag en nacht klaar staat om te vertrekken naar een oord waar geen tokkies zijn om ons leven zuur te maken. Of het nu voor een tochtje is dat voor een normaal mens een dagtripje zou inhouden, maar voor ons nu binnen de mogelijkheden valt door een nachtje ergens onze vouwwagen open te klappen of voor meerdaagse reizen verder over de grenzen, om dan na een paar uren auto een goedkope, maar comfortabele tussenstop te maken en zo eindelijk weer op ontdekking te kunnen gaan in het mooie Europa: het ligt allemaal binnen ons bereik. Het is te hopen, dat Europa veilig genoeg blijft: niet alleen vanwege deze luxe reden natuurlijk. Het enige waar ik spijt van heb, is dat we deze stap niet jaren geleden hebben gemaakt. Al weten we heel goed, dat het met onze ADHD asielhond geen optie zou zijn geweest. Nu hij er helaas niet meer is, grijpen we de kans alsnog.

Grappig genoeg vond ik tijdens een opruimpoging, het een na het andere T-shirt met zeer toepasselijke tekst. It meant to be!

We gaan onze dromen volgen, ze weten de weg. En anders hebben we altijd de vriendelijke mevrouw van de navigatie nog.