Bedgeheimen

Eerder gepubliceerd op 14 augustus 2020

Pssssttt… Mag ik een ietwat intiem geheim met je delen? Met het schaamrood op de wangen, dat wel.

Ik deel mijn bed niet alleen met mijn man. Voordat je nu afhaakt, omdat het echt te ver gaat, wacht even. Laat het me even uitleggen voordat ik veroordeeld wordt. Het komt zo.

Ik ben een echt knuffeldier. Mijn zucht naar zachte aanrakingen is groot. Zelfs mijn kine/fysio zegt het als mijn lijf weer eens in alle staten is en het op ontploffen staat. Nou ja, zo voelt het dan in ieder geval. Wetenschappelijk gezien zal het wel niet zo’n vaart lopen, denk ik.

Mijn lijf krijgt het 24/7 zo voor zijn kiezen, dat het regelmatig gilt “en nou is het genoeg”. En mijn kine zegt dan, dat zachte aanrakingen precies zijn wat dat lijf nodig heeft om weer tot rust te komen. Ik verzin het dus niet om aandacht te krijgen, laat dat duidelijk zijn .

Maar er komt nog wat bij. Met bindweefsel dat gelijkaardige kenmerken vertoond aan dat groene slijm dat alle kanten op blubbert (op het groene na, hoop ik), lukt het me ook niet om me bij elkaar te houden. 

Ga ik liggen dan zakken mijn schouders van hun plek. Op mijn zij ben ik niet in staat om mijn heup goed te houden en zakt alles naar voren waardoor mijn bekken- en rugonderdelen prompt gaan schuiven. Mijn nek is zo instabiel dat die zelfs liggend alle kanten op zwabbert, met alle pijnlijke gevolgen van dien. En zo nog wat meer.

En dus… heb ik aan alle kanten kussens nodig om alles op zijn plek te houden. Kussens? Ja, kussens… Waar dacht jij dan dat ik het over had?

Het is vooral een kwestie van bewustzijn. Door het totale gebrek aan proprioceptie (het bewustzijn van waar het lichaam zich bevindt; iets wat normaal gesproken heel automatisch gaat, maar bij mij dus een grote vage warboel is), heb ik niet of veel te laat door, dat de onderdelen weer eens hun eigen leven leiden. Met pijn en of schade tot gevolg. Het kost ook weer energie, terwijl je toch eigenlijk ligt om uit te rusten. Er wordt meer van het lichaam  gevraagd door al die rare houdingen dan eigenlijk moet.

En ja, daarom deel ik dus mijn bed niet alleen met Manlief maar ook met een hele berg kussentjes. Sommigen lotgenoten hebben zelfs echte stabiliseringssystemen. Maar – en dan komen we weer even terug bij mijn hoge knuffelbehoefte – ik kan op een of andere manier niet tegen “harde” materialen. Gewoon kussenmateriaal is voor mij al te hard en ook veel stoffen kan ik zelfs niet hebben. Bovendien doe ik mijn uiterste best  om alles wat maar enigszins op een ziekenhuis lijkt, zo lag mogelijk buiten de deur te houden. En al helemaal buiten mijn (ons) bed.

Die berg kussentjes liggen er dus ook als het ’s nachts niet verder afkoelt dan 21 graden, maar gelukkig houdt de ventilator me ook nog gezelschap. Ja ja, het is een dolle boel daar bij ons op de slaapkamer hoor. En dan reken ik nog niet eens de nekbrace, de muggen en soms de leren polsbraces mee.

Niet door vertellen hoor… ssssshhhh…